Ik word een beetje zot van opruimen, maar dat wist u al. Alle coaching ten spijt is het me nog nooit gelukt om al mijn dozen met opgespaarde papieren systematisch uit te sorteren. Ik verdwaal in wat ik vind en raak geen stap vooruit. Of ik blokkeer. Hyperventileer. Loop weg.
Alles in een keer wegsmijten is geen optie. Want het mag niet allemaal de vuilbak in... Maar zie: nu moet het, want het dak gaat eraf en er moet ingepakt en afgedekt worden. Dus heeft hij vier opruimdagen gepland. Eén voor elke kamer op de tweede verdieping, die eigenlijk maar half in gebruik is.
We hebben plááts zat, ja. En als alles af is, kunnen we - naast het “kot”, de garage en de kelder - ook de zolder gebruiken. Dan hebben we op het eerste onze slaapkamer, de badkamer, een tv/logeerkamer, de dressing en de bureau, en hebben de kinderen op het tweede elk een slaapkamer en een “hobbykamer”. Maar eerst opruimen dus. Vier dagen: een strak plan! Dit weekend de ongebruikte speelkamer en de opslagkamer, volgend weekend de twee kinderkamers. Pfft.
Zaterdag heb ik de voormiddag gemist, maar ‘s namiddags twee uur op de grond zitten pietepeuterige Legoblokskes en Barbieschoenen uit een hoop sorteren was genoeg voor mij. We raakten erdoor. Ik geloofde mijn ogen niet. En toen ik die avond met zoon spaghetti ging eten in 't Gouden Hoofd, vond ik daar de Standaard met in koeien van letters: WELK OPRUIMTYPE BENT U?
Aaaargh! Cut me some slack: ik WEET het. Doe mij maar een combinatie van “de procrastinator of onbewuste uitsteller” en “de vrije associator of domino-opruimer”.
Nu ja, toen hadden we zondag nog niet gehad. Wat aanvankelijk super eenvoudig leek: de dozen herstapelen en één en ander wegsmijten, werd voor mij een regelrechte nachtmerrie toen bleek dat er toch te veel dozen stonden en we wel moesten selecteren. Dozen openen dus, en alles uitsorteren. In categorieën: vuilbak, shredder, houden en "sentimental value". De hele jaren '80 en '90 passeerden de revue. Schoolrapporten, cursussen, boeken, diploma’s, posters, elpees, contracten, handleidingen van toestellen die al lang op het stort liggen, uittreksels, foto’s en brieven, babyspullen en voorraden schoolgerief ...
Meer dan vier uur duurde het. En tegen die tijd was ik klaar om afgevoerd te worden. Ik heb bijgeleerd: een "clutter buddy" helpt echt. Zonder hem was ik nergens geraakt. Al die jaren is het er nooit van gekomen om samen rommel te ruimen, en nu is gelijk de helft weg. Anderzijds wist ik vooraf dat meer dan twee uur doordoen een erg slecht idee was. En ben ik ‘s avonds - na een xanaxke - met mijn iPod op in de kou een blokje om gaan lopen om wat lucht te krijgen. Vandaag was ‘t nog hyperventilation central. Maar kom: eat your heart out Kolberg & Nadeau. We did it!
Nog twee kamers te gaan ...
maandag 18 oktober 2010
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten