Toen we hier 14 jaar geleden voor het eerst rondkeken, waren we direct overtuigd: een goed gelegen, groot huis, met garage, binnenkoer en atelier, plus de mogelijkheid om bij Stad Gent een stuk tuin aansluitend op het buurtpark te kopen. En ik denk er nog steeds zo over. Voor geen geld van de wereld wil ik hier weg.
Maar groot en oud - bouwjaar 1895 of zo - wil ook zeggen: potentieel veel werk. Gelukkig was het huis in orde - de 2 laatste renovatiefases, rond 1960 en ergens begin de jaren 90, lieten ons toe om zonder voorafgaande renovaties te verhuizen. Alles zat erin: een keuken, een badkamer en centrale verwarming.
Na een nieuwe gevel, een nieuw dak met veluxen, een nieuwe zolder, (bijna) overal nieuwe ramen en een heringerichte tweede verdieping met 2 ruime kamers per tiener, zijn we aan de afwerking van de (ouderlijke) eerste verdieping bezig. Waar sinds kort een compleet nieuwe badkamer met apart toilet, een ruime dressing en een grote “muziekkamer” te vinden zijn. Het pleisterwerk is al goed uitgedroogd. De afwerking: daar zijn we mee bezig. Schilderen en inrichten. Beetje bij beetje. Het gaat vooruit en het ziet er steeds beter uit. Maar we blijven natuurlijk spullen van de ene kamer naar de andere verhuizen, tot het einde (met genoeg opbergruimte en zo) in zicht komt.
Het gelijkvloers, daar zijn we nog niet aan begonnen. Niet dat dat erg is. Maar het is wel de plek waar mensen langskomen. Of: niet meer langskomen. Want het is een rommeltje. De living is uitgeleefd, de keuken is onhandig en de koer heeft een afgebladderde muur en tegels die sinds de laatste werken compleet verzakt zijn, zodat de mottige oude teakhouten meubels schots en scheef staan tussen het weelderige onkruid en de resten bouwafval die ooit naar een containerpark moeten - net als driekwart van wat er “voorlopig” in het atelier gestockeerd staat.
Of ik dat erg vind? Ja en neen.
Ja, omdat ik een perfectionist ben. Al veel te lang interieurtijdschriften lees en licht manisch verfkleuren en spullen op Pinterest verzamel. Voor mij moet het er “juist” uitzien. Of het doet een beetje pijn. Snapt u dat?
Neen, omdat ik OPGEGEVEN heb. Sinds de laatste keer dat ik alle teak met een tandenborstel hyper clean kreeg, is het inzicht gekomen dat ik hoe dan ook ALTIJD verlies. Van de elementen die teak meubelen van groene smurrie voorzien, van huisgenoten die meer rommel maken dan ik kan verdragen en van mezelf: als ik mijn energie niet goed besteed, ga ik geheid onderuit. Dus moet ik kiezen. Ofwel ga ik als een gek schoonmaken en klussen en kan ik zonder schroom mensen uitnodigen. Ofwel laat ik de boel de boel en haal ik niemand binnen.
Het is dat laatste geworden. Als ik het enigszins kan vermijden, nodig ik geen mensen uit.
Niet dat u niet welkom bent, maar etentjes en feestjes - met uitzondering van familiale elk-om-beurt toestanden, dat hebben we hier niet meer. Ooit geraakt het opgekuist. En dan zien we wel weer. Maar nu niet.
Post scriptum voor wie afkomt met “dat is typisch als je een oud huis koopt, het stopt nooit”.
Gelieve eens te checken of uw nieuwbouwwoning - die gemiddeld echt veel kleiner is - na 14 jaar geheel piekfijn in orde is. Met blinkend barbecuerooster toe. I dare you.
vrijdag 1 augustus 2014
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten