Vakanties als reddingsboeien, dat is waarschijnlijk niet zo ongewoon bij werkende moeders. Maar het feit dat ik tijdens vakanties dubbel afzie omdat de structuur van de werkweek ontbreekt, dat maakt het extra lastig.
Als mijn focus op het werk erdoor zit, verlang ik naar rust. Om dan thuis heel snel te ondervinden dat ik eigenlijk liever op het werk wil zijn. Want daar laat men mij veel meer met rust. In de zin van: ik werk er meestal gestadig door, op mijn eentje.
Maar soit, als ik op-en-versleten ben, heb ik rust nodig. En daarmee bedoel ik: tijd om NIKS te doen. Tijd voor zelfzorg, die “bron van veerkracht” en zo meer. Veel meer dan slapen, mediteren en sporten zou dan niet mogen.
Dus: GEEN “persoonlijke inhaalactiviteiten” als kranten en boeken lezen, rondsurfen en tv opnames bekijken en veel schrijven. GEEN dagdagelijkse klussen als opruimen, wassen, koken, boodschappen doen enzovoorts. En al zeker GEEN extra klussen “want ge zijt toch thuis” of “ge zijt toch niet ziek hé”.
Daarom ga ik nooit met veel goesting in “ziekteverlof”. Omdat het niet werkt. Daarom ben ik niet zo’n fan van schoolvakanties. Omdat ze me f*cking depressief maken.
Symptomen, symptomen, symptomen. Op op den duur valt er niks meer te zeggen. Jammeren op facebook is makkelijk. Er is geen tijd voor reflectie, geen tijd te bloggen. Alles is gezegd. We weten het nu. Het wordt niet beter.
“Het is geen goed jaar geweest”, concludeert men voor mij. Maar zie, zelfs dat herinner ik me zo niet. Volgens mij ging het zelfs héél goed, met het werk. En met mijn loopplannen.
De hele serie voorstellen tot extra medicatie heb ik één voor één afgewimpeld. Op een plantenpreparaat na. Ik wil geen extra pillen. Voor de dooie dood niet.
Pas de volgende ochtend snapte ik wat hij - de specialist - me duidelijk maakte. Dat ik te ver heen ben om nog wat te tinkeren met ademhalingsoefeningen en cognitieve gedragstherapie. Dat nuttige tips over structuur en grenzen bewaken op dit moment geen aarde aan de dijk zullen brengen. Dat hij wel gelooft dat ik wil. Maar ook ziet dat ik niet meer kan.
Iets wat ik zelf steeds weer betwijfel. Ik geef niet op. Tot ik neerval. En zelfs dat vergeet ik héél vlug.
Wat brengt de toekomst? Welke zijn de vooruitzichten? Op dit moment heb ik niet genoeg geheugenruimte om langer dan een halve dag vooruit te zien. Het is bijna Kerst, realiseer ik me. En er is nog geen boom. En ja, ik ga lopen zondag. Het kan me niet schelen wat men daarvan denkt.
* Vorig jaar crashte ik inderdaad pas in de vakantie.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten