Hoewel ik als kind turnen, ballet, muziekles en scouts op het programma staan had - het ene al met meer tegenzin dan het andere - lag de nadruk thuis op het intellectuele. "Geen lichaam, alles voor 't verstand" zingt Raymond, en dat zegt het zowat. Boeken lezen en fantasie werelden bouwen in lego: dat deed ik het liefst. En in het Gentbos rondhangen. Op mijn eentje.
Bij mijn moeder op school werkte er een jobstudente, Gis, die indertijd een echte "hippie" was. Ze studeerde moraal en haar vriend Frank deed Oosterse of filosofie of zoiets. Ma had een zwak voor haar en vertelde constant over het "vrije" leven in de studentencommune. En af en toe gingen we met het hele gezin bij Gis op bezoek.
Toen ik 13 was gingen we er eten en Frank praatte met mij aan tafel. Voor mij was het een revelatie: een volwassene die me au sérieux nam, dat had ik nog nooit meegemaakt. Hij had het over "In de ban van de ring" en raadde me aan om dat boek te lezen. Wat ik dan ook deed. En ik was er ongelooflijk van weg. Kreeg een "Een Tolkien Bestiarium" cadeau en verzonk in de illustraties. Wow. Die elfen. Zo mooi! Lothlorien was mijn bos. My hideaway.
Tegen de tijd dat ik 18 was had ik "In de ban van de ring" 5 keer uit. En de Hobbit, en de Silmarillion. Ik wou Engels studeren. Liefst ook Oud-Engels. Taalkunde. Tolkien achterna. Vandaar de Germaanse. Met het Oud-Engels. Met Beowulf.
Met Peter Jackson kwam er een in detail uitgewerkt beeld van de wereld waar ik het meest van hou. Middle Earth kreeg vorm. De Mallorn bladeren uit Lothlorien waren echt. De hobbits dragen de speld op hun kapmantel.
En nu heb ik zo'n blad op mijn lijf. En zit dus een lang verhaal achter ...
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
1 opmerking:
Mooi verhaal.
tattoo's zijn stukken mooier als er een verhaal achter zit...
Een reactie posten